Creencianan Fundamental
Den kico nos ta kere?
Den kico Adventistanan di Shete Dia ta kere?
Manteniendo e conviccion protestante di "sola scriptura" ("sólamente e Beibel"), e 28 creencianan fundamental aki ta splica con Adventistanan di Shete Dia ta interpreta e Scriptura pa su aplicacion di tur dia.
Doctrinanan
E 28 creencianan fundamental por wordo organisa den seis categorianan di doctrina:
Dios
---
---
1. E Scriptura Santo
De heilige schrift, het oude en nieuwe testament, is het geschreven woord van God, door
goddelijke inspiratie overgeleverd aan ‘heilige mensen Gods’, die in hun spreken en schrijven
gedreven werden door de heilige Geest. In dit woord heeft God de mens de nodige kennis tot heil
aangereikt. De heilige schrift is de onfeilbare openbaring van zijn wi1. Deze is de norm voor
gedrag en geloofsbeleving, de gezaghebbende openbaringsbron van de geloofsleer en bet
betrouwbare verslag van Gods daden in de geschiedenis.
(2 Petr 1:20, 21; 2 Tim. 3:16, 17; Ps.
119:105; Spr. 30:5, 6; Jes. 8:20; Joh. 17:17; 1 Tes. 2:13; Hebr. 4:12)
2. E Deidad
Er is één God, Vader, Zoon en heilige Geest, en deze drie zijn één. God is eeuwig, almachtig,
alwetend, boven alles en altijd tegenwoordig. Hij is onbegrensd en door de mens niet te
doorgronden, maar kan desondanks gekend worden vanuit zijn zelfopenbaring. Hij is te allen tijde
onze aanbidding en verering waardig en moet door de gehele schepping gediend worden.
(Deut.6:4; Mat. 28:19; 2 Kor. 13:14; Ef. 4:4-6; 1 Petr. 1:2; 1 Tim. 1:17; Op. 14:7.)
3. Dios Tata
God de eeuwige Vader is de Schepper, de Bron, de Onderhouder en de Heerser over al het
geschapene. Hij is rechtvaardig en heilig, genadig en barmhartig, traag tot toorn en rijk aan niet
aflatende liefde en trouw. Wat wij aan hoedanigheden en krachten in de Zoon en in de heilige
Geest ontdekken, zijn eveneens openbaringen van de Vader.
(Gen. 1:1; Op. 4:11; 1 Kor. 15:28;
John .3:16; 1 Joh. 4:8; 1 Tim. 1:17; Ex. 34:6, 7; Joh. 14:9.)
4. Dios Yiu (Hesucristo)
De Zoon
Door hem werd alles geschapen, werd het karakter van God geopenbaard, de redding van de
mensheid tot stand gebracht en de wereld geoordeeld. Voor eeuwig waarlijk God, werd hij ook
waarlijk mens: Jezus, de Christus. Hij werd ontvangen uit de heilige Geest en geboren uit de
maagd Maria. Hij leefde als mens en werd verzocht, maar openbaarde op volmaakte wijze de
rechtvaardigheid en liefde van God. In zijn wonderen werd Gods macht zichtbaar. Zij getuigden
van zijn goddelijke roeping als Messias. Hij leed en stierf vrijwillig aan het kruis voor onze
zonden, werd opgewekt uit de doden en voer ten hemel om in het hemels heiligdom voor ons de
dienst te verrichten. Hij zal terugkeren in heerlijkheid voor de uiteindelijke verlossing van zijn
yolk en het herstel van alle dingen.
(Joh.1:1-3, 14; Kol. 1:15-19; Joh. 10:30; 14:9; Rom. 6:23; 2
Kor. 5:17-19; Joh. 5:22; Luc. 1:35; Fil. 2:5-11; Hebr. 2:9-18; 1 Kor. 15:3, 4; Hebr. 8:1, 2; Joh.
14:1-3.)
5. Dios Spirito Santo
God de eeuwige Geest was met de Vader en de Zoon werkzaam in de schepping, vleeswording
en verlossing. Hij inspireerde de schrijvers van de bijbel. Hij vulde Christus’ leven met macht.
Hij nodigt en overtuigt de mens, en hij die gehoor geeft, vernieuwt en verandert hij naar het beeld
Gods. Gezonden door de Vader en de Zoon, om altijd bij zijn kinderen te zijn, deelt hij geestelijke
gaven uit aan de gemeente, geeft hij haar kracht om van Christus te getuigen en leidt haar, in
overeenstemming met de schrift, in alle waarheid.
(Gen. 1:1, 2; Luc. 1:35; 4:18; Hand. 10:38; 2
Petr. 1:21; 2 Kor. 3:18; Ef. 4:11, 12; Hand. 1:8; Joh. 14:16-18, 26; 15:26, 27; 16:7-13.)
Humanidad
---
---
---
6. Creacion
God is de Schepper van alle dingen en heeft in de schrift het waarachtige verslag van zijn
scheppend werken geopenbaard. In zes dagen heeft de Heer ‘de hemel en de aarde’ en alle
levende wezens op aarde gemaakt, en op de zevende dag van die eerste week heeft hij gerust. Op
deze wijze heeft hij de sabbat ingesteld als een blijvend gedenkteken van zijn voltooid
scheppingswerk. De eerste man en vrouw werden gemaakt naar het beeld Gods als de bekroning
van de schepping. Hen werd heerschappij gegeven over de aarde, en verantwoordelijkheid haar te
onderhouden. Toen de wereld voltooid was, was alles ‘zeer goed’, en verkondigde deze Gods eer.
(Gen. 1; 2; Ex. 20:8-11; Ps. 19:1-6; 33:6, 9; 104; Hebr. 11:3.)
7. Naturalesa di Humanidad
Man en vrouw werden naar het beeld Gods geschapen met persoonlijkheid, macht en vrijheid om
te denken en te doen. Elk mens is een ondeelbare eenheid van lichaam, ziel en geest. Ofschoon
als vrij wezen geschapen, blijft hij van God afhankelijk voor zijn leven en al het overige. Toen
onze stamouders God ongehoorzaam werden, ontkenden zij hun afhankelijkheid van hem, en
verloren hun hoge positie onder God. Het beeld Gods in hen werd vervormd, en zij raakten aan de
dood onderworpen. Hun nakomelingen delen in deze gevallen natuur en de gevolgen hiervan. Zij
worden geboren met zwakheden en de neiging tot kwaad. Maar God verzoende in Christus de
wereld met zichzelf en herstelt door zijn Geest in berouwvolle stervelingen het beeld van bun
Maker. Zij zijn geschapen tot eer van God en geroepen om hem en elkaar lief te hebben en voor
hun omgeving te zorgen.
(Gen. 1:26-28; 2:7; Ps. 8:4-8; Hand. 17:24-28; Gen. 3; Ps. 51:5; Rom.
5:12-17; 2 Kor. 5:19, 20; Ps. 51:10; 1 Joh. 4:7, 8, 11, 20; Gen. 2:15.)
Salbacion
---
---
---
---
---
8. E Gran Controversia
De hele mensheid is nu betrokken in een grote strijd tussen Christus en satan aangaande het
karakter van God, zijn wet en zijn heerschappij over het universum. Dit conflict begon in de
hemel, toen een geschapen wezen, begiftigd met vrijheid van keuze, in zelfverheffing tot satan,
Gods tegenstander, werd, en een deel van de engelen tot opstand aanzette. Hij bracht de geest van
opstand deze wereld in toen hij Adam en Eva tot zonde verleidde. Deze zonde van de mens had
de vervorming van het beeld Gods in het mensdom tot gevolg. Dit leidde tot wanorde binnen de
geschapen wereld, en de uiteindelijke vernietiging daarvan ten tijde van de wereldomvattende
zondvloed. Ten aanschouwen van de hele schepping werd deze wereld het strijdperk van het
alomvattend conflict. Daarin zal God uiteindelijk als een God van liefde in het gelijk worden
gesteld. Om zijn volk in deze strijd bij te staan, zendt Christus de heilige Geest en getrouwe
engelen om hen te leiden, te beschermen, en te ondersteunen op de weg des heils.
Jes. 14:12-14; Ez. 28:12-18; Gen. 3; Rom. 1:19-32; 5:12-21; 8:19-22; Gen. 6-8; 2 Petr. 3:6; 1
Kor. 4:9; Hebr. 1:14.)
9. E bida, morto y resureccion di Cristo
In Christus’ leven van volmaakte gehoorzaamheid aan Gods wil, zijn lijden, dood en opstanding,
heeft God voorzien in het enige zoenmiddel voor de zonde van de mens, zodat zij die door het
geloof deze verzoening aanvaarden, eeuwig leven mogen ontvangen, en de hele schepping de
oneindige en heilige liefde van de Schepper mag verstaan. Deze volmaakte verzoening stelt de
rechtvaardigheid van Gods wet en zijn genadevolle karakter op overtuigende wijze vast; want het
veroordeelt onze zonde en verschaft ons tegelijkertijd vergeving. De dood van Christus is
3-8
plaatsvervangend en uitdelgend, verzoenend en herscheppend. De opstanding van Christus
verkondigt Gods overwinning op de krachten van het kwade, en verzekert degenen die de
verzoening aanvaarden, van uiteindelijke overwinning op zonde en dood. Deze opstanding geeft
aan, dat Jezus Christus hun Heer is, voor wie alle knie, in hemel en op aarde, zal buigen.
3:16; Jes. 53; 1 Petr. 2:21, 22; 1 Kor. 15:3, 4, 20-22; 2 Kor. 5:14, 15, 19-21; Rom. 1:4; 3:25; 4:25;
8:3, 4; 1 Joh. 2:2; 4:10; Kol. 2:15; Fil. 2:6-11.)
10. E experiencia di Salbacion
In oneindige liefde en genade heeft God Christus—die geen zonde gekend heeft—voor ons tot
zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in hem. Door de Geest geleid,
beseffen we onze tekortkomingen, erkennen wij onze zondigheid, hebben wij berouw over onze
overtredingen en oefenen wij geloof in Jezus als Christus en Heer, als plaatsvervanger en
voorbeeld. Dit geloof, dat de verlossing ontvangt, komt door de goddelijke macht van het woord
en is Gods genadegave. Door Christus worden wij gerechtvaardigd, aangenomen als kinderen van
God en bevrijd van de heerschappij van de zonde. Door de Geest worden wij wedergeboren en
geheiligd; de Geest vernieuwt onze geest, schrijft Gods wetten van liefde in ons hart en geeft ons
de kracht een heilig leven te leiden. Wanneer wij in hem blijven, krijgen we deel aan de
goddelijke natuur en hebben wij de verzekering van het heil, nu en in het oordeel.
(2 Kor. 5:17-
21; Joh. 3:16; Gal. 1:4; 4:4-7; Tit. 3:3-7; Joh. 16:8; Gal. 3:13, 14; 1 Petr. 2:21, 22; Rom. 10:17;
Luc. 17:5; Marc. 9:23, 24; Ef. 2:5-10; Rom. 3:21-26; Kol. 1:13, 14; Rom. 8:14-17; Gal. 3:26; Joh.
3:3-8; 1 Petr. 1:23; Rom. 12:2; Hebr. 8:7-12; Ez. 36:25-27; 2 Petr. 1:3, 4; Rom. 8:1-4; 5:6-10.)
11. Crece den Cristo
Door zijn dood aan het kruis triomfeerde Jezus over de machten van het kwaad. Hij, die tijdens
zijn dienstwerk op aarde de demonische geesten onderwierp, heeft hun macht gebroken en hun
uiteindelijke ondergang verzekerd. Jezus’ victorie geeft ons de overwinning over de boze
machten die ons nog steeds in hun ban willen houden, als wij met hem wandelen in vrede en
vreugde, verzekerd van zijn liefde. De heilige Geest leeft nu in ons en geeft ons kracht. In onze
voortdurende toewijding aan Jezus als onze Zaligmaker en Heer zijn wij bevrijd van de last van
onze daden in het verleden. Wij leven niet langer in duisternis, bevreesd voor boze machten, in
onwetendheid en in de zinloosheid van onze vroegere leefwijze. In de nieuwe vrijheid die we in
Christus bezitten zijn we geroepen om te groeien in de gelijkvormigheid aan zijn karakter, om
dagelijks gemeenschap te hebben met hem in gebed, ons te voeden met zijn woord, te mediteren
over dit woord en over zijn voorzienigheid, te zingen tot zijn eer, samen te komen om hem te
eren, en deel te hebben aan de zendingsopdracht van de kerk. Wanneer wij onszelf in liefdevolle
dienstbaarheid geven aan de mensen om ons heen en getuigen van zijn redding, zal zijn
onafgebroken aanwezigheid met ons, door de Geest, elk moment transformeren en elke taak tot
een geestelijke ervaring maken.
(Ps 1:1, 2; 23:4; 77:11, 12; Kol 1:13, 14; 2:6, 14, 15; Luc. 10:17-
20; Ef 5:19, 20; 6:12-18; 1 Tes. 5:23; 2 Petr. 2:9; 3:18; 2 Kor. 3:17, 18; Fil 3:7-14; 1 Tes. 5:16-
18; Mat. 20:25-28; Joh. 20:21; Gal. 5:22-25; Rom. 8:38, 39; 1 Joh. 4:4; Hebr. 10:25.)
Iglesia
---
---
---
12. E Iglesia
De kerk is de gemeenschap der gelovigen die Jezus Christus als Heer en Heiland belijdt. In
aansluiting op bet volk van God in oudtestamentische tijden, worden we uit de wereld geroepen
en komen wij samen om te aanbidden, om de verbondenheid met elkaar te beleven, onderricht te
worden in bet woord, om de maaltijd des Heren te vieren, de gehele mensheid te dienen en bet
evangelie aan de hele wereld te verkondigen. De kerk ontleent haar gezag aan Christus, het
vleesgeworden Woord, en aan de heilige schrift, die het geschreven woord is. De kerk is Gods
gezin; de leden ervan (die door hem als zijn kinderen zijn aangenomen), leven onder het nieuwe
verbond. De kerk is bet lichaam van Christus, een geloofsgemeenschap waarvan Christus zelf bet
hoofd is. De kerk is de bruid voor wie Christus stierf om haar te heiligen en te reinigen. Bij zijn
4-8
terugkeer in heerlijkheid zal hij haar voor zich plaatsen als een stralende kerk, de getrouwen uit
alle eeuwen, gekocht door zijn bloed, zonder vlek of rimpel, maar heilig en onbesmet.
(Gen.
12:3; Hand. 7:38; Ef. 4:11-15; 3:8-11; Mat. 28:19, 20; 16:13-20; 18:18; Ef. 2:19-22; 1:22, 23;
5:23-27; Kol. 1:17, 18.)
13. E Remanente y su Mision
De algemene kerk bestaat uit allen die waarachtig in Christus geloven. In het laatste der dagen,
een tijd van algemene afval, is een ‘rest’ ertoe geroepen om de geboden Gods en het geloof van
Jezus te houden. Deze ‘rest’ kondigt aan, dat het uur van het oordeel is gekomen, predikt het heil
in Christus en verkondigt zijn naderende wederkomst. Deze afkondiging wordt verbeeld door de
drie engelen van Openbaring 14; zij valt samen met het oordeelswerk in de hemel en leidt tot een
werk van berouw en vernieuwing op aarde. Iedere gelovige wordt geroepen om persoonlijk deel
te nemen aan dit wereldwijde getuigenis.
(Op. 12:17; 14:6-12; 18:1-4; 2 Kor. 5:10; Jud. 3, 14; 1
Petr. 1:16-19; 2 Petr. 3:10-14; Op. 21:1-14.)
14. Unidad den e Curpa di Cristo
De kerk is één lichaam met vele leden, geroepen uit alle natie, geslacht, tong en volk. In Christus
worden we een nieuwe schepping; onderscheid in ras, cultuur, ontwikkeling en nationaliteit, en
verschillen tussen hoog en laag, rijk en arm, mannelijk en vrouwelijk, mogen geen verdeeldheid
onder ons teweegbrengen. Wij zijn allen gelijk in Christus, die ons door één Geest in één
gemeenschap met hem en met elkaar verbonden heeft; wij moeten dienen en ons laten dienen
zonder partijdigheid of terughoudendheid. Door de openbaring van Jezus Christus in de schrift
delen wij in hetzelfde geloof en dezelfde hoop, en doen al het mogelijke dat in een
gemeenschappelijk getuigenis aan allen uit te dragen. Deze eenheid heeft haar bron in de eenheid
van de drie-enige God, die ons aangenomen heeft als zijn kinderen.
. (Rom. 12:4, 5; 1 Kor. 12:12-
14; Mat. 28:19, 20; Ps. 133:1; 2 Kor. 5:16, 17; Hand. 17:26, 27; Gal. 3:27, 29; Kol. 3:10-15; Ef.
4:14-16; 4:1-6; Joh. 17:20-23.)
15. Bautismo
In de doop belijden wij ons geloof in de dood en opstanding van Jezus Christus en betuigen onze
dood voor de zonde en ons voornemen in nieuwheid des levens te wandelen. Zo erkennen wij
Christus als Heer en Heiland, worden zijn volk en worden wij door zijn kerk als leden aanvaard.
De doop is een zinnebeeld van onze verbondenheid met Christus, de vergeving van onze zonden
en ons ontvangen van de heilige Geest. De doop vindt plaats door onderdompeling in water en op
de belijdenis van het geloof in Jezus en blijk van berouw. Hij volgt op onderricht vanuit de
heilige schrift en aanvaarding van de bijbelse leer.
(Rom. 6:1-6; Kol. 2:12, 13; Hand. 16:30-33;
22:16; 2:38; Mat. 28:19, 20.)
16. Cena di Señor (Comunion)
De maaltijd van de Heer is het deelnemen aan de tekenen van het lichaam en bloed van Jezus als
een uitdrukking van het geloof in hem, onze Heer en Heiland. In deze ervaring van gemeenschap
is Christus aanwezig om zijn volk te ontmoeten en kracht te geven. Wanneer wij eraan
deelnemen, verkondigen wij, vol vreugde, de dood van de Heer tot hij komt. Aan de maaltijd
gaan vooraf: voorbereiding, berouw en belijdenis. De Meester stelde de dienst van de
voetwassing in als teken van hernieuwde reiniging, om uitdrukking te geven aan de bereidheid
elkaar, naar het voorbeeld van Jezus, in nederigheid te dienen en om onze harten in liefde te
verbinden. De maaltijd van de Heer is toegankelijk voor alle gelovige christenen.
1 Kor. 10:16,
17; 11:23-30; Mat. 26:17-30; Op. 3:20; Joh. 6:48-63; 13:1-17.)
Bida Diario
---
---
---
17. Donnan spiritual y ministerionan
God schenkt aan alle leden van zijn kerk-van-alle-eeuwen geestelijke gaven die elk lid dient te
5-8
gebruiken in een liefdevolle dienst voor het algemeen welzijn van de kerk en de mensheid. De
gaven worden gegeven door middel van de heilige Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt
gelijk hij wil. De gaven verschaffen alle bekwaamheden en ambten die de kerk nodig heeft om
haar van God gegeven taak te vervullen. Volgens de heilige schrift omvatten deze gaven o.a.
bedieningen van geloof, profetie, genezing, verkondiging, onderwijs, bestuur, verzoening,
medegevoel, en zelfopofferend dienstbetoon en liefde om de mensen te helpen en te bemoedigen.
Sommige leden worden door God geroepen en door de Geest begiftigd voor ambten zoals herder,
evangelist, apostel of leraar en worden als zodanig door de kerk erkend. Zij zijn nodig om de
heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van de kerk tot geestelijke rijpheid en om de
eenheid van het geloof en de kennis van God te bevorderen. Wanneer leden als trouwe
rentmeesters deze geestelijke gaven van Gods veel kleurige genade gebruiken, wordt de kerk
beschermd tegen de vernietigende invloed van valse leer. Zij groeit dan met een groei die van
God is, en wordt opgebouwd in geloof en liefde.
(Rom. 12:4-8; 1 Kor. 12:9-11, 27, 28; Ef. 4:8,
11-16; Hand. 6:1-7; 1 Tim. 3:1-13; 1 Petr. 4:10, 11.)
18. E don di profecia
Een van de gaven van de Geest is profetie. Deze gave is een kenmerk van de gemeente der
‘overigen’, en kwam tot uiting in het werk van Ellen G. White. Als gezondene van de Heer
vormen haar geschriften een blijvende en gezaghebbende bron van waarheid en verschaffen zij de
kerk troost, onderwijs en vermaning. Deze geschriften maken ook duidelijk, dat de bijbel de norm
is waaraan alle onderwijs en ervaring moet worden getoetst.
(Joel 2:28, 29; Hand. 2:14-21; Hebr.
1:1-3; Op. 12:17; 19:10.)
19. E Ley di Dios
De belangrijkste grondbeginselen van Gods wet zijn vervat in de Tien Geboden en werden
nageleefd in het leven van Christus. Zij zijn een uitdrukking van Gods liefde, zijn wil en zijn
bedoelingen ten aanzien van het gedrag en de onderlinge verhoudingen van de mens, en zijn
bindend voor alle mensen in alle tijden. Deze voorschriften zijn de grondslag van Gods verbond
met zijn volk en vormen de maatstaf in Gods oordeel. Door de werkzaamheid van de heilige
Geest wijzen zij zonde aan en wekken het besef dat wij een Zaligmaker nodig hebben. De
verlossing is geheel uit genade en niet uit (de) werken, maar de vrucht ervan is gehoorzaamheid
aan de geboden. Deze gehoorzaamheid draagt bij tot de ontwikkeling van een christelijk karakter
en loopt uit op een besef van vrede. Zij is het blijk van onze liefde voor de Heer en onze zorg
voor onze medemens. De geloofsgehoorzaamheid toont de macht van Christus om mensen te
veranderen en ondersteunt daarom bet christelijk getuigenis.
(Ex. 20:1-17; Ps. 40:7, 8; Mat.
22:36-40; Deut. 28:1-14; Mat. 5:17-20; Hebr. 8:8-10; Joh. 15:7-10; Ef. 2:8-10; 1 Joh. 5:3; Rom.
8:3, 4; Ps. 19:7-14.)
20. E Sabat
De weldadige Schepper rustte, na de zes scheppingsdagen, op de zevende dag en stelde de sabbat
in voor alle mensen als een gedenkteken van de schepping. Het vierde gebod van Gods
onveranderlijke wet eist de viering van de sabbat (de zevende dag) als de dag van rust,
aanbidding en bediening in overeenstemming met het onderwijs en de gewoonte van Jezus, de
Heer van de sabbat. De sabbat is een dag van vreugdevol omgaan met God en de naaste. Hij is
een symbool van onze verlossing in Christus, een teken van onze heiliging, een bewijs van onze
trouw en een voorproef van onze eeuwige toekomst in Gods koninkrijk. De sabbat is Gods
altijddurende teken van bet eeuwig verbond tussen hem en zijn volk. Het vreugdevol waarnemen
van deze heilige tijd, van avond tot avond, van zonsondergang tot zonsondergang, is een viering
van Gods scheppend en verlossend handelen.
. (Gen. 2:1-3; Ex. 20:8-11; Luc. 4:16; Jes. 56:5, 6;
58:13, 14; Mat. 12:1-12; Ex. 31:13-17; Ez. 20:12, 20; Deut. 5:12-15; Hebr. 4:1-11; Lev. 23:32;
Marc. 1:32.)
21. Mayordomia
Wij zijn Gods rentmeesters. Van hem ontvangen wij tijd en mogelijkheden, bekwaamheden en
bezit, en de zegeningen van de aarde en haar rijkdommen. Wij zijn aan hem verantwoording
schuldig voor het juiste gebruik hiervan. Wij erkennen Gods eigendomsrecht door hem en onze
medemensen trouw te dienen en door onze tienden terug te geven en gaven te brengen voor de
verkondiging van zijn evangelie en voor het welzijn en de groei van zijn kerk. Rentmeesterschap
is een voorrecht, ons door God gegeven om ons in liefde op te voeden en ons de overwinning te
doen behalen over egoïsme en hebzucht. De rentmeester verheugt zich in de zegeningen die
anderen ten deel vallen als gevolg van zijn getrouwheid.
(Gen. 1:26-28; 2:15; 1 Kron. 29:14; Hag.
1:3-11; Mal. 3:8-12; 1 Kor. 9:9-14; Mat. 23:23; 2 Kor. 8:1-15; Rom. 15:26, 27.)
22. ComportacionCristian
Wij zijn geroepen om een godvruchtig volk te zijn, dat denkt, voelt en handelt in
overeenstemming met de hemelse beginselen. Om de heilige Geest de gelegenheid te geven in
ons het karakter van de Heer te herscheppen, wensen wij alleen betrokken te zijn bij die dingen
die een christelijke reinheid, gezondheid en vreugde in ons leven tot stand brengen. Dit wil
zeggen dat ontspanning en vrijetijdsbesteding moeten voldoen aan de hoogste normen van
christelijke smaak en verfijning. Bij alle verschil in cultuur behoort onze kleding eenvoudig,
bescheiden en netjes te zijn, zoals het hen betaamt wier schoonheid niet bestaat uit uitwendige
versierselen, maar uit de onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geest. Omdat ons
lichaam een tempel is van de heilige Geest, dienen wij er op een verstandige manier mee om te
gaan. Naast voldoende lichaamsbeweging en rust, moeten wij ons zo gezond mogelijk voeden en
ons onthouden van onrein voedsel, zoals in de schrift aangegeven. Daar alcoholische dranken,
tabak en het onverantwoordelijk gebruik van medicijnen en verdovende middelen schadelijk zijn
voor bet lichaam, behoren wij ons daarvan eveneens te onthouden. In plaats daarvan moeten wij
bezig zijn met al die dingen die onze gedachten en ons lichaam brengen onder het gezag van
Christus, die het beste met ons voorheeft.
(Rom. 12:1, 2; 1 Joh. 2:6; Ef. 5:1-21; Fil. 4:8; 2 Kor.
10:5; 6:14-7:1; 1 Petr. 3:1-4; 1 Kor. 6:19, 20; 10:31; Lev. 11:1-47; 3 Joh. 2.)
23. Matrimonio y Famia
Het huwelijk werd in Eden door God ingesteld. Jezus onderstreepte dat het huwelijk een
levenslange verbintenis is tussen man en vrouw in liefdevolle kameraadschap. Voor de christen is
een huwelijk bindend jegens zowel God als de partner en behoort alleen aangegaan te worden
door partners die van hetzelfde geloof zijn. Wederzijdse liefde, eer, respect en
verantwoordelijkheid zijn de bouwstenen van deze relatie, die de liefde, heiligheid, hechtheid en
het blijvende van de band tussen Christus en zijn kerk weerspiegelen. Met betrekking tot
echtscheiding leerde Jezus dat degene die van zijn partner scheidt, behalve in geval van overspel,
en een ander trouwt, echtbreuk pleegt. Of schoon sommige gezinsrelaties verre van ideaal zijn,
mogen huwelijkspartners die zich in Christus geheel op elkaar richten, door de leiding van de
Geest en de zorg van de kerk, hopen een eenheid in liefde te bereiken. God zegent het gezin, en
wenst dat gezinsleden elkaar bijstaan op de weg naar volwassenheid. Ouders moeten hun
kinderen opvoeden om de Heer lief te hebben en te gehoorzamen. Door hun voorbeeld en
woorden moeten zij hen leren dat Christus een liefhebbende, altijd tedere en zorgzame
tuchtmeester is, die wil dat zij leden van zijn lichaam, het gezin van God, worden. Toenemende
gezinshechtheid is één van de kenmerken van de laatste evangelieboodschap.
(Gen. 2:18-25; Mat.
19:3-9; Joh. 2:1-11; 2 Kor. 6:14; Ef. 5:21-33; Mat. 5:31, 32; Marc 10:11, 12; Luc. 16:18; 1 Kor.
7:10, 11; Ex. 20:12; Ef. 6:1-4; Deut. 6:5-9; Spr.. 22:6; Mal. 4:5, 6.)
Restauracion (Fin di Tempo)
---
---
---
---
24. E ministerio di Cristo den e Santuario Celestial
Er is een heiligdom in de hemel, de ware tabernakel, die de Heer heeft opgericht, en niet een
7-8
mens. Daarin doet Christus dienst, ons ten goede, en maakt hij de resultaten van zijn zoenoffer,
dat eens en voor altijd aan bet kruis is gebracht, beschikbaar voor alle gelovigen. Hij werd als
onze grote hogepriester ingewijd en begon zijn bemiddelende dienst bij zijn hemelvaart. In 1844,
aan het einde van het profetische tijdperk van 2.300 dagen, begon Hij aan de tweede en laatste
fase van zijn verzoeningswerk. Dit is een werk van onderzoekend oordeel, dat deel uitmaakt van
de uiteindelijke verdelging van alle zonde, uitgebeeld in de reiniging van het Hebreeuwse
heiligdom, uit de oudheid, op de grote verzoendag. In deze zinnebeeldige dienst werd het
heiligdom gereinigd met bloed van dierenoffers, maar de hemelse dingen worden gereinigd door
het volmaakte offer van het bloed van Christus. Het onderzoekend oordeel openbaart aan de
hemelse wezens welke doden in Christus zijn ontslapen en daarom, in hem, waardig worden
geacht deel te hebben aan de eerste opstanding. Het maakt ook duidelijk welke van de levenden
in Christus standhouden, de geboden van God en het geloof van Jezus bewaren, en daarom in
hem gereed zijn voor opneming in zijn eeuwig koninkrijk. Dit oordeel toont de gerechtigheid van
God aan in de verlossing van hen die in Christus geloven. Het verklaart dat zij die God trouw zijn
gebleven, het koninkrijk zullen ontvangen. De voltooiing van dit dienstwerk van Christus luidt
het einde van de genadetijd voor de mens, vlak voor de wederkomst, in.
9:11-28; 10:19-22; 1:3; 2:16, 17; Dan. 7:9-27; 8:13, 14; 9:24-27; Num. 14:34; Ez. 4:6; Lev. 16;
Op. 14:6, 7; 20:12; 14:12; 22:12.)
25. E Segundo Binida di Cristo
De wederkomst van Christus is de gezegende hoop van de kerk, de grootste climax van het
evangelie. De komst van de Verlosser zal werkelijk, persoonlijk, zichtbaar en wereldomvattend
zijn. Bij zijn komst zullen de rechtvaardige doden worden opgewekt, en tezamen met de levende
rechtvaardigen worden verheerlijkt en in de hemel worden opgenomen. .Maar de
onrechtvaardigen zullen sterven. Het feit dat de meeste profetische lijnen vrijwel geheel in
vervulling zijn gegaan en de huidige toestand in de wereld, tonen aan dat Christus’ komst op
handen is. Het moment van die gebeurtenis is niet geopenbaard en daarom worden wij gemaand
te allen tijde bereid te zijn.
(Tit. 2:13; Hebr. 9:28; Joh. 14:1-3; Hand. 1:9-11; Mat. 24:14; Op. 1:7;
Mat. 24:43, 44; 1 Tes. 4:13-18; 1 Kor. 15:51-54; 2 Tes. 1:7-10; 2:8; Op. 14:14-20; 19:11-21; Mat.
24; Marc. 13; Luc. 21; 2 Tim. 3:1-5; 1 Tes. 5:1-6.)
26. Morto y Resureccion
Het loon van de zonde is de dood. Maar God, die alleen onsterfelijk is, zal aan de verlosten
eeuwig leven verlenen. Tot die dag is de dood voor alle mensen een toestand van onbewust-zijn.
Wanneer Christus, die ons leven is, verschijnt, zullen de opgestane en de dan nog levende
rechtvaardigen verheerlijkt en opgenomen worden om hun Heer te ontmoeten. De tweede
opstanding, die der onrechtvaardigen, zal duizend jaar later plaats vinden. (
(Rom. 6:23; 1 Tim.
6:15, 16; Pred. 9:5, 6; Ps. 146:3, 4; Joh. 11:11-14; Kol. 3:4; 1 Kor. 15:51-54; 1 Tes. 4:13-17; Joh.
5:28, 29; Op. 20:1-10.)
27. E Milenio y e fin di Pica
Het millennium is de duizendjarige regering van Christus met zijn heiligen in de hemel tussen de
eerste en de tweede opstanding. Gedurende deze periode worden de onrechtvaardige doden
geoordeeld; de aarde zal geheel verlaten zijn, zonder levende menselijke bewoners, maar bevolkt
door satan en zijn engelen. Aan bet einde hiervan zulten Christus met zijn heiligen en de heilige
stad nederdalen van de hemel naar de aarde. De onrechtvaardige doden zullen dan worden
opgewekt en met satan en zijn engelen de stad omsingelen; maar vuur van God zal hen verteren
en de aarde reinigen. Zo zal het heelal voor eeuwig worden bevrijd van zonde en zondaars.
(Op.
20; 1 Kor. 6:2, 3; Jer. 4:23-26; Op. 21:1-5; Mal. 4:1; Ez. 28:18, 19.)
28. E Tera Nobo
Op de nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont, zal God een eeuwig tehuis voor de verlosten
bieden, en een volmaakt milieu voor eeuwig leven, liefde, vreugde en ontwikkeling in zijn
aanwezigheid. Want hier zal God zelf bij zijn volk wonen, en leed en dood zullen voorbij zijn. De
grote strijd zal ten einde zijn en er zal geen zonde meer zijn. Alles, bezield of onbezield, zal
verklaren dat God liefde is; en hij zal voor eeuwig heersen.
(2 Petr. 3:13; Jes. 35; 65:17-25; Mat.
5:5; Op. 21:1-7; 22:1-5; 11:15.)